Neisoarch
Al van oudsher voelen de bewoners van Friesland zich nauw betrokken bij het platteland en de daar op voorkomende weidevogels, mede dankzij het eierzoeken.
Dit betekent: eerst eierzoeken en daarna nazorgen. Hierdoor is er een grote betrokkenheid en kennis van zaken ontstaan. Weidevogels komen nergens in Europa in zulke grote dichtheden voor als in Nederland en in het bijzonder Friesland. In de vorige eeuw namen de aantallen broedparen gestaag toe met als hoogtepunt de zestiger en zeventiger jaren. In die jaren waren de omstandigheden blijkbaar ideaal. Daarna ging het snel bergafwaarts. Als oorzaken kunnen we noemen: ruilverkaveling, diepontwatering, mechanisatie in de landbouw, toenemende predatiedruk, bebouwing en verdwijnen open landschap. De periode van het eierzoeken werd vanaf die tijd ook geleidelijk ingekort. De sluitingsdatum ging van 19 april , 12 april, 6 april naar uiteindelijk 1 april. De laatste jaren is de sluitingsdatum afhankelijk van het bereiken van een vooraf bepaald quotum. Dit quotum is gebaseerd op en komt overeen met maximaal 1% van de jaarlijkse sterfte van kieviten.
Bij Fûgelwacht Trynwâlden doen we nazorg in een gebied van ca. 2000 ha, verdeeld over ca. 40 rayons. We doen dit met ca. 110 nazorgers. Deze nazorg houdt in grote lijnen het volgende in:
- Zoeken en markeren van nesten indien nodig i.v.m. landbewerking zoals slepen, bemesten, ploegen, inzaaien of maaien.
- Beschermen van nesten d.m.v. nestbeschermers bij beweiding door vee.
- In overleg met de boer bepalen of stukken land eventueel later gemaaid kunnen worden of dat er stroken gras kunnen blijven staan als vluchtplaats voor jonge vogels.
- Eventueel plaatsen van stokken met plastic zakken of linten in te maaien land om de jonge vogels uit het perceel te “verjagen”.
- Registratie van nesten en broedparen en uitkomst, predatie etc. Op extensief beheerd boerenland worden alleen aantallen geteld (BMP methode), maar worden geen nesten gezocht.

Het werkgebied van Fûgelwacht Trynwâlden

Een goede samenwerking tussen nazorger en boer is zeer belangrijk. Gelukkig willen verreweg de meeste boeren alle medewerking verlenen en enkelen doen ook zelf actief mee aan de nazorg. Het beschermen van de kuikens in overleg met de boer is uiterst belangrijk en krijgt terecht steeds meer aandacht. Zo kunnen op maispercelen de kuikens door nazorgers worden opgezocht voor de landbewerking en naderhand weer worden teruggezet op hetzelfde of naastgelegen perceel.
Verder wordt in overleg met WBE’s geprobeerd om predatie door b.v. vossen en andere predatoren zoveel mogelijk te beperken.
De gegevens worden de laatste jaren digitaal ingevoerd via het computersysteem van de BFVW. En sinds kort kan dit zelfs met een APP in het veld plaatsvinden. De op deze manier verzamelde gegevens zijn van grote waarde voor overheden en beleidsmakers en uiteraard voor de nazorgers zelf.
Nazorgcommissie:
Henk Minkes (voorzitter)
Jelle van der Bij (contact nazorgers en boeren)
Jappie Seinstra (verwerking gegevens)
